Het tekenseizoen is weer gestart. Dit betekent dat als je wandelt in de natuur je een verhoogd risico loopt op een tekenbeet.
Wat moet je weten over de teek?
- Teken leven in bossen, heide, beschutte weilanden, maar ook gewoon in je achtertuin. Ze zitten vooral in hoog gras en droge bladeren en stappen vanuit daar over op dier en mens. Ze vallen niet uit bomen.
- Ze gedijen het beste bij 7 graden of meer en zijn het actiefst in de periode van maart t/m oktober met als piek de maanden juli en augustus.
- Een tekenbeet kan heel vervelend zijn als je dit niet op tijd ontdekt. Het kan de ziekte van Lyme veroorzaken.
Hoe voorkom ik een tekenbeet?
- Blijf zoveel mogelijk op de paden en vermijd dichte begroeiing en struikgewas.
- Draag dichte schoenen, lange mouwen en een lange broek.
- Smeer de onbedekte huid in met een middel dat DEET bevat.
Controleer na elke wandeling!
Controleer op tekenbeten. Een teek heeft de voorkeur voor bepaalde plaatsen op het lichaam, zoals liezen, knieholtes, oksels, bilspleet, de randen van uw ondergoed, achter de oren en rond de haargrens in de nek. Ze zijn heel erg klein dus pak er eventueel een vergrootglas bij.
Haal een teek zo snel mogelijk weg! Hoe langer de teek in je huid zit, hoe groter de kans dat hij ziekteverwekkers overdraagt. Je kunt dit het beste doen met een tekentang of een tekenkaart, verkrijgbaar bij de apotheek of drogist.
- Draag speciale wandelsokken. Deze zijn gemaakt van materiaal dat vocht afvoert. Hierdoor blijven je voeten droger. Ook zitten er in wandelsokken geen naden, zodat er minder drukplekken op je huid ontstaan.
- Neem bij lange tochten, en zeker als het regent, een extra paar sokken mee. Je kunt dan onderweg droge sokken aantrekken. Natte sokken zijn een belangrijke oorzaak van blaren.
- Draag goed zittende wandelschoenen. Blaren ontstaan door druk of wrijving. Draag schoenen die niet te strak, maar ook niet te los zitten. Loop nieuwe schoenen altijd goed in voordat je er een langere tocht mee gaat lopen.
- Smeer geen vaseline op je voeten. Hiermee smeer je de poriën van je huid dicht en daardoor kan de huid niet goed ademen. Hierdoor is de kans op blaren groter.
- Houd de drukpunten op je voeten in de gaten tijdens het wandelen. Bekende drukpunten zijn de hiel, de voorvoet en de kleine tenen. Te veel druk op bijvoorbeeld de wreef, de hallux valgus (bij de grote teen), kun je verminderen door de schoenen anders te veteren.
- Sommige wandelaars hebben goede ervaringen met het preventief afplakken van drukpunten op de voet. Hiervoor kun je speciale tape gebruiken. Probeer dit altijd van te voren in trainingen uit.
Bron:https://www.wandel.nl/wandelgezondheid/blaren-voorkomen-en-behandelen/
- Gebruik een (hydrocolloïd) blarenpleister om blaren te voorkomen of als een blaar aan het opkomen is. Gebruik deze pleisters niet bij langeafstandswandelingen of andere duursporten. Als je dan toch een blaar oploopt, dan is die blaar lastiger te behandelen.
- Laat een gesloten blaar bij voorkeur dicht. Dit in verband met infectiegevaar. De blaar is dan goed afgedekt en geneest vanzelf.
- Prik de blaar eventueel aan als je denkt dat het blaardak gaat scheuren of als je erge last hebt. Brandblaren mag je nooit doorprikken. Het aanprikken van een wrijvingsblaar gaat als volgt:
- Werk hygiënisch en veilig.
- Maak de blaar en omgeving schoon met stromend water of ontsmettingsmiddel.
- Gebruik een steriele blaarprikker (bloedlancet) of een naald (uit de naaidoos) die ontsmet is met ontsmettingsalcohol.
- Prik de huid op twee plaatsen door aan de basis van de blaar.
- Druk met een gaasje de blaar voorzichtig leeg.
- Zorg dat de gebruikte naald of blarenprikker veilig wordt weggeborgen of weggegooid wordt.
- Dek de blaar af met een wondpleister of een steriel niet-verklevend kompres en zet dit kompres vast met een kleefpleister of fixatiepleister.
- Is de blaar open? Maak dan de wond schoon en dek deze af met steriel verband of een pleister. Zorg dat het verband ruim over de blaar zit, er geen plooien in zitten en het niet kan schuiven. Na een dag kan het verband vervangen worden.
- Neem contact op met de huisarts als de blaar gaat ontsteken.
Bron:https://www.rodekruis.nl/ehbo/ehbo-tips/blaren-wrijvingsblaar/